Wat zijn aminozuren?

Amino’s zijn de moleculaire bouwstenen van proteïne. Volgens een geaccepteerde classificatie vallen er negen onder de essentiële/onmisbare aminozuren, wat inhoudt dat deze moeten worden ingenomen door middel van voeding of supplementatie. De anderen worden geclassificeerd als niet-essentieel of semi-essentieel, gebaseerd op de mogelijkheid van het lichaam om deze zelf te maken uit andere aminozuren.

Hoewel je er waarschijnlijk niet over nadenkt als je een stuk vlees eet, bepaalt het aantal en de balans van de aminozuren in het voedsel (zeker de essentiële en de semi-essentiële) de spieropbouwwaarde en gezondheidswaarde van het eiwit of het supplement. Maar dat is niet alles.

Naast de invloed van koolhydraten, vetten en totaal aantal calorieën, wordt proteïne-kwaliteit ook gerelateerd aan de hoeveelheid specifieke aminozuren (essentieel, semi-essentieel en niet-essentieel) dat het bevat. Hoewel de hoeveelheid aan essentiële aminozuren over het algemeen het belangrijkst is, zijn ook de semi- en niet-essentiële van belang, omdat het aanmaken van deze door het lichaam te langzaam gaat om maximale groei te ondersteunen.

Zelfs als een voedingsbron het perfecte aminozurenprofiel heeft voor een bepaald individu en levensstijl, moet ook een andere belangrijke factor worden bekeken: de mate waarin het daadwerkelijk worden geleverd aan de weefsels die het nodig hebben. Dat roept ook zaken op als spijsvertering, absorbtie, werkelijke biologische beschikbaarheid en de potentiële waarde van supplementatie.

Verminderen van spierafbraak

Het menselijk lichaam heeft de aangeboren mogelijkheid om spierweefsel af te breken en dit te gebruiken als een energiebron gedurende zware oefening. Deze spierafbraak (katabolisme) kan spiervermoeidheid en spiermassavermindering veroorzaken, en kan zelfs leiden tot blessures.

Deze vijand van fitnessers en bodybuilders is onderdeel van een proces dat bekend staat onder de naam gluconeogenese, wat inhoudt het produceren of aanmaken van glucose uit niet-koolhydraatbronnen. Het onderdeel van dit proces dat belangrijk is voor de fitnesser en bodybuilder staat bekend als de glucose-alanine cyclus. In deze cyclus worden BCAAs uit het spierweefsel gehaald, en worden stukjes van hen omgezet in het aminozuur alanine, welke wordt getransporteerd naar de lever en omgezet in glucose.

Als je supplementeert met BCAAs hoeft het lichaam geen spierweefsel af te breken om extra energie te verkrijgen. Een studie aan de School of Human Biology aan de University of Guelph in Onterio, Canada, bevestigd dat het gebruik van BCAAs (tot aan 4 gram) gedurende en na het sporten kan leiden tot een aanzienlijke verlaging van spierweefselafbraak gedurende de training.

Naast BCAAs is arginine een andere aminozuur dat van pas komt voor bodybuilders en fitnessers. Ook al heeft het niet de fantastische werking die eerst eraan toegeschreven was – wat sprak over het vermogen van het aminozuur om het groeihormoonpeil omhoog te brengen – laat nieuw onderzoek zien dat arginine – in grote maar veilige en betaalbare dosering – het peil van groeihormonen met zo’n 1000% kan verhogen.